Wout van Aerts Gedurfde Missie: De Monumenten Beheersen en Pogacar Onttronen in ’s Werelds Grootste Koers…Lees Verder…

Wout van Aerts Gedurfde Missie: De Monumenten Beheersen en Pogacar Onttronen in ’s Werelds Grootste Koers…Lees Verder…

Er zijn maar weinig wielrenners die de emoties van een hele natie kunnen oproepen zoals Wout van Aert dat doet. Hij is de man die sympathie, respect en bewondering oogst – zelfs wanneer pech, valpartijen en brute koersrealiteit hem herhaaldelijk in de weg staan. Maar ondanks de teleurstellingen van de voorbije seizoenen is er één constante bij Van Aert: zijn onverzadigbare honger naar overwinning.

En nu klinkt die honger luider dan ooit.

In een recent interview liet de Belg zijn ambities onverbloemd op tafel liggen. Niet voorzichtig geformuleerd, niet omfloerst – maar uitgesproken met de transparante moed die hem typeert:

Wout van Aert is klaar om Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen én Tadej Pogacar in de Tour de France aan te vallen.

Een ambitie die grenst aan het onmogelijke? Misschien.
Maar bij Van Aert voelt het eerder als een kwestie van tijd.


De onvoltooide erfenis

Voor een renner met zijn palmares – groene trui, Tour-etappes, WK-titels, klassieke zeges, crosswereldkampioen – lijkt de carrière van Van Aert al monumentaal. Maar volgens hemzelf ontbreekt er iets essentieels. Iets dat al jaren op borrelt, brandt en knaagt.

“De Ronde en Roubaix… die twee zijn meer dan koersen. Ze zijn een erfenis,” verklaarde hij.
“Ze winnen zou alles veranderen. Daarna kijk ik Pogacar recht in de ogen in de Tour.”

Van Aert heeft beide monumenten al meermaals benaderd. Hij heeft de macht, de motor en de mentale kracht getoond. Maar telkens zat de duivel in de details: verkeerde positie, lekke band, val, markering, of een Pogacar die plots als een buitenaards wezen demarreerde.

Voor critici is het gemakkelijk om te spreken over gemiste kansen.
Voor Van Aert zijn het brandstoffen.


De nieuwe Van Aert: sterker, geduldiger, meedogenlozer

De Belgische kopman van Visma-Lease a Bike zou na zijn zware val in Dwars door Vlaanderen 2024 nooit meer dezelfde zijn, voorspelde men. Maar wie hem de afgelopen maanden heeft gevolgd, ziet het tegendeel: Van Aert oogt sterker, slanker, frisser en vooral… hongeriger.

Zijn team bevestigt dat er een nieuwe mindset heerst. Minder druk van buitenaf, minder paniek, maar meer gerichte obsessie.

Een ploegleider fluisterde recent:
“Wout is rustiger geworden. Maar rustiger op de manier waarop een roofdier kalm is vóór de aanval.”

In de winter werkte hij aan explosiviteit, maar ook aan duurzaamheid: het vermogen om op de kasseien rond te rijden alsof ze asfalt zijn, en tegelijkertijd genoeg macht in reserve te houden voor de finale.


Parijs-Roubaix: De ultieme kasseienkroon

Voor Van Aert is Roubaix geen koers—het is een missie.

Hij heeft het legendarische Velodrome al betreden met bloedende handen, modder in de ogen en een hart dat brandde van frustratie. Mechanische pech beroofde hem meermaals van een reële kans op de overwinning. Zijn secondenspel tegen Van der Poel bleef hangen als een litteken.

Maar 2025, 2026 en de jaren die volgen vormen een nieuwe cyclus voor hem.

Hij weet hoe hij zich moet positioneren op Carrefour de l’Arbre.
Hij weet dat hij niet op een sprint mag rekenen.
Hij weet ook dat zijn kansen niet eindeloos zijn.

Van Aert zei het treffend:
“Roubaix vergeeft niemand, maar misschien beloont ze wie blijft vechten.”


De Ronde van Vlaanderen: De wedstrijd van zijn hart

Waar Roubaix brute macht eist, vraagt de Ronde finesse.
En Van Aert heeft die combinatie—maar de timing ontbrak, of Pogacar was buitenaards.

De beelden van de Paterberg, waar Pogacar wegvlamde terwijl Van Aert worstelde, staan in het geheugen van veel fans gegrift. Niet omdat hij faalde—maar omdat iedereen wist dat hij méér kon.

Nu is dat het doel: niet alleen meestrijden, maar de koers dicteren.

Zijn ploeg heeft de strategie verfijnd:

  • minder vroeg werk,
  • betere controle op de Kruisberg,
  • scherpere positionering op de Koppenberg,
  • en een finale waarin Van Aert niet reageert, maar initieert.

“Ik wil niet meer achter Pogacar aan,” zei hij.
“Ik wil het moment kiezen waarop híj achter mij moet.”


Pogacar: De ultieme berg om te beklimmen

En dan is er nog de Tour de France.

Voor elke renner van zijn generatie is Pogacar zowel de maatstaf als de nachtmerrie. De Sloveen lijkt ongenaakbaar, onmenselijk bijna. Maar Van Aert heeft hem al verslagen—in sprints, in tijdrijden, in pure krachtmomenten.

De uitdaging is niet alleen om hem te kloppen, maar om het drie weken lang te doen.
Daarom zet Van Aert niet in op klassementsambities, maar op ritten, punten en momenten waarop hij de koers kan breken.

Zijn doel is simpel:
“Pogacar moet voelen dat ik er ben.”

En volgens insiders werkt Visma zelfs aan een plan om een Tour-etappe op maat te creëren voor Van Aert: een brute heuvelrit met kasseistroken, wind en chaos. Precies het soort terrein waar Pogacar kwetsbaar kan lijken—en waar Van Aert kan schitteren.


Het geloof van een natie

Wat Van Aert zegt, raakt niet enkel zijn ploeg of zijn familie—het raakt Vlaanderen, België, en zelfs de wereld van de wielersport.

Hij is geen renner die praat om de camera’s te plezieren.
Wanneer hij zijn ambities uitspreekt, gelooft hij erin.
En wanneer hij erin gelooft, gelooft een hele natie met hem mee.

Zijn woorden klonken als een belofte, maar ook als een waarschuwing:

“Ik heb genoeg geleerd. Ik heb genoeg verloren.
Nu is het tijd om te winnen.”


Een storm in opbouw

Wat volgt, is een seizoen – of misschien een era – waarin Van Aert niet langer tevreden is met ereplaatsen, heroïsche tweede plekken of lof zonder lauwerkrans. Hij wil geschiedenis schrijven. Niet stilletjes. Niet voorzichtig.

Maar luid. Brutaal. Onvergetelijk.

De monumenten wachten.
De Tour wacht.
Pogacar wacht.

En Wout van Aert komt eraan.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*